V: Tijdvorsers

Aan Helene en Janneke, 5 oktober 2021

Ik wil deze brief bijna weer beginnen met: ‘zo, het duurde even, maar hier ben ik dan eindelijk!’ – het wordt een patroon. Het feit dat Janneke zich aansluit bij onze digitale briefwisseling stemt me gelukkig. Zoals ik al tegen Helene zei: drie generaties, met telkens een tussenpoos van twintig jaar. Een mooie dwarsdoorsnede van het leven.

We hebben het veel over de wereld gehad en alles wat die wereld bezighoudt – ik moet eerlijk bekennen dat ik daar de afgelopen maand amper mee bezig ben geweest. Waar ik wel mee bezig was? Met mezelf en een stad en die stad is Amersfoort. Verfoeilijk en een tikkeltje narcistisch, zou je kunnen betogen (en dat mag best), maar sinds mijn benoeming tot stadsdichter is mijn dagelijks leven in een hogere versnelling geschoten. Het verbaasde me hoe snel iedereen me wist te vinden en mijn mailbox overstroomde bijna. Het is een grote eer en een prachtige erebaan, maar je moet er ook wat voor doen. Ik ben nog nooit zo productief geweest en maakte laatst zelfs binnen een dag een gedicht – dat gebeurde hiervoor zelden en of het iets goeds is, daar ben ik nog niet over uit, maar hoe dan ook: er wordt geleefd. In ieder geval door mij.

Door al die drukte, en het momentje rust dat mijn bureau en deze brief nu bieden, verzoop ik voor mijn gevoel sinds lange tijd eens niet in het geweld van de wereld. Nu kon ik watertrappelen in mijn eigen leven – dat is ook weer eens iets anders. En: er is geen tijd meer voor hopeloos gejammer over gekatapulteerde liefdes, sterker nog: ik heb amper tijd om een nieuwe breuk tegen het lijf te lopen. Het heeft ook voordelen, die drukte.

Er blijken gewoon heel veel leuke, inspirerende, slimme mensen op deze aardbol rond te lopen die mooie dingen doen schreef je, Janneke, en alleen al door die zin weet ik zeker dat je een prachtige toevoeging bent aan onze overpeinzingen, die kennelijk nog best goed door anderen worden gelezen. Die constatering zette me aan het denken, want het is ook zo: er zijn zo veel mensen die mooie dingen doen, en ze zijn met meer dan de mensen die lelijke dingen doen, al krijgt die groep natuurlijk de meeste aandacht in het nieuws. Waarom berichten dat iemand op de fiets naar een weiland reed om de zon te zien en het gras te ruiken, als er ’s nachts op straat iemand in elkaar is getimmerd.

Enfin, daar gaat het nu niet over. Er lopen dus mensen rond die mooie dingen doen. Ik vind het mooi dat we elkaar deze brieven schrijven en dat er mensen mee willen lezen, maar zelfs als dat niet het geval was, zou ik deze brieven alsnog willen schrijven. Al is het alleen maar om even adem te halen tussen de drukke bedrijven door.

Tot de volgende ademteug!

 

Twan

 

***

 

Aan Janneke en Twan, 11 oktober 2021

Zo zenuwachtig als een jonge moeder ben ik. Het voelt of mijn kind voor het eerst naar school gaat. Niets is minder waar, het kind is reeds lang middelbaar. Ouder dan jullie. Het gaat om mijn moeder. Na een val en ziekenhuisverblijf, gaat ze nu naar een zorgplek. Heel zorgvuldig door ons als kinderen gekozen, dwars tegen haar protesten in. Nu voelt ze ook dat ze het alleen niet echt redt.

De vragen van weleer dwarrelen door mijn hoofd. Zou ze wel kunnen aarden daar met de andere hoog bejaarden. Een plek voelen? Niet te eenzaam worden? Het is zo ingrijpend om afscheid te nemen van het leven zoals je dat tot in ieder detail kende. De vertrouwde plek, alle kleine rituelen die er waren rond de dagelijkse dingen. Met een partner die als eerste in de tijd verdwenen is. Ze wist hem nog daar en voelde hem nabij. Iets dat haar zowel de paniek van het verlies injoeg, als de deur naar vroeger op een kier hield. Ze bewaarde zijn plaats. Nu rukt het leven weer hard aan de vastigheden, trekt de kou door de vertrouwdheden. Heel zenuwachtig ben ik, omdat ik zo hoop dat ze zacht gaat landen en niet meer zo hulpeloos eenzaam zal zijn.

Nog hoor ik de vrolijke overwinnaarstoon van de behandelende arts. Of die zojuist een 9,5 voor een belangrijke studieopdracht had gekregen. Met dat overwinnaarsgeluid verdedigde de dokter het lot; iedereen die zo oud wordt, verliest nu eenmaal alle geliefden en bekenden. Daar werd je geacht dan maar tegen te kunnen, omdat het nu eenmaal niet anders was. Mijn maag kromp bij de achteloze triomfantelijkheid waarmee de boodschap werd uitgedragen. Veertigers hebben daar een handje van. Die voelen ineens de vragen van hun jongere ik wegvallen en overzien zo het leven in nieuwe helderheid. Of we even willen gehoorzamen…

Helene

 

***

 

Aan mijn (blog)vrienden Helene en Twan, 17 oktober 2021

Er is een duidelijk verschil tussen hoe jullie de tijd beleven. Helene telt de minuten af, gretig wachtend op een antwoord op haar brief en Twan weet van gekkigheid niet waar hij de tijd vandaan moet halen om een brief te schrijven. Maar dat laatste heeft een machtig mooie reden, Twan is stadsdichter van Amersfoort! Van harte, Twan, een terechte benoeming. Als vanzelf volgen op een benoeming ‘grote verwachtingen’. Daaraan voldoen kost tijd.

Ik las eens een prachtig boek, geheel aan Tijd gewijd. Hoe wij tijd ervaren lijkt samen te hangen met leeftijd. Lijkt, want het zit ‘m vooral in de beleving van de gebeurtenissen. Voor een kind gaat de tijd heel langzaam, want er is zoveel te doen en te ontdekken en elke dag geeft miljoenen nieuwe indrukken. Maar hoe ouder je wordt, hoe meer de dagen op elkaar gaan lijken. Je hebt het allemaal al eens gezien en eerder meegemaakt. Het is het verschil tussen een gebeurtenis die veel indruk maakt en iets routinematigs. Hoe bijvoorbeeld een ongeluk dat misschien maar een halve minuut duurt in beleving eeuwig lijkt te duren. Als in slowmotion voltrekt de gebeurtenis zich.

Meer nog meten we de tijd af aan de mensen om ons heen. Zoals Racoon zingt dat hij liever blind is voor de tijd, nu hij aan het opgroeien van zijn dochter merkt dat ‘de tijd aan hem voorbij vliegt’. Die voorvallen kennen we allemaal. Momenten waarop we de tijd stil zouden willen zetten. Tegenover die gebeurtenissen waarbij we de tijd door zouden willen spoelen. Als we wachten op een uitslag van een toets of ziekenhuisonderzoek. De jongste plaat van Racoon bevat opvallend veel nummers waarin het thema tijd een rol heeft. Leeftijdgenoten van mij, die bandleden. Een tussengeneratie. Meestal met nog een dak boven hun hoofd – levende ouders – en opgroeiende kinderen. Helene, jouw moeder staat aan de achterkant van het leven. Daarin maakt ze, zo je schrijft, nog indrukwekkende gebeurtenissen mee. Een verlies, een verhuizing, een nieuwe start. Hoe beleeft jouw moeder de tijd?

Gezien wij hier met verschillende generaties zijn, ben ik benieuwd hoe jullie de tijd beleven. Twan, jij bent de jonge generatie, kijk jij tegen de tijd aan, alsof ie aan je voeten ligt? Ondanks je drukke bestaan heb je nog wel een heel leven voor je (als het je gegeven is). “Tijd zat”, zou je kunnen zeggen. Helene, vanaf welke kant bekijk jij de tijd? Ben je meer aan het terug- dan aan het vooruit kijken?

Ikzelf was onlangs een weekendje met vriendinnen weg. We kennen elkaar 20 jaar en in dit weekend kon ik in retrospectief naar mezelf van 20 jaar terug kijken. Zoals ik me toen gedroeg in deze vriendschap en hoe ik dat nu doe met 20 jaar extra aan inzicht en kennis. Zo beleefde ik de tijd in dit weekend circulair. Dat vind ik het voordeel van ouder worden: in principe beleef je dezelfde dingen steeds weer opnieuw. Soms ook frustrerend wanneer ik steeds weer tegen diezelfde eigenaardige eigenschappen opbots – maar dan wel met de inzichten die ik de vorige keer niet had. Ik ben dus met die extra ervaring onwijs in het voordeel en kan een opwaartse beweging maken, omdat ik 1) het sneller herken, 2) het beter kan hanteren en 3) er korter last van heb. En zo ontwikkel ik me tot een best wel redelijk stabiel mens. Ouder worden is zo gek nog niet.

…Tot op zekere hoogte???

 

Janneke

 

***

 

Aan Janneke en Twan, 23 oktober 2021

Na het verzamelen van onze teksten besluit ik het laatste woord te nemen in deze oktobereditie van ons blog. Het vermoeden van zomer is verdwenen, we gaan ons weer binnensluiten, de felle kleuren van de bomen bewonderend, wetend van de kale takken straks.

Uit mijn moeder is de bloei nu echt verdwenen. In een tomeloos gevoelde eenzaamheid beleeft ze de ingrijpende narigheden in haar lijf. Die bepalen de grenzen van haar bewustzijn. Ze doorstaat de dagen. Ik begreep dat ook Twan er vele uren aan de bedrand op heeft zitten. Gelukkig keren de zorgen zich daar ten goede. En Janneke geeft zich over aan de grote zomer van haar leven.

Om ons heen groeit de onzekerheid over wat de toekomst ons gaat bieden. De stress gaat niet meer zozeer over nog beter, mooier, rijker en verder, maar meer over wat we behouden kunnen van wat ons lief was. Van wat we gewend waren. We hopen, speculeren op iets waar we ons nog goed bij gaan voelen. Janneke gaat demonstreren. Twan gaat ons springlevende woorden geven voor wat hem beweegt in het gewone.

Met grote warmte luisterde ik naar het relaas van een jeugdvriend, of liever, vriend sinds mijn jeugd, die na het verlies van zijn partner de draad volledig oppakte en nu weer werkt aan de piano. Een prachtige registratie van verdroomde muziek staat sinds kort op Spotify, te vinden onder Bam Commijs, Shelter. Eigenlijk is hij een leven lang geen spat veranderd: de rode draad in zijn leven is een stevig touw gebleken met de muziek als kern. Het kalmeert mij enorm.

Ik klim weer zachtjes naar de rust in mijn bewustzijn. Ik vraag me niet af of de tijd snel gaat of juist niet. Ooit legde ik mijn zoon uit dat het duren van de tijd vooral afhangt van wat je er mee wilt. Als de dingen leuk zijn, of je bent ergens heel erg in verdiept, dan voel je de tijd bijna niet. Maar als je in de regen op de bus staat te wachten, dan duurt de tijd eindeloos.

Nu voel ik geen aandrang om de tijd te haasten. Om aan te komen bij wat je graag wilt duurt vast veel langer en brengt intussen allerlei mee waar je misschien helemaal niet op wachtte. Ik ben blij als ik me middenin de tijd voel. Als nu van mij is. Verlangen doe ik ook, maar het lukt me redelijk dat kindje koest te houden!

 

Helene

 

***

 

Dit was de laatste brief die Helene aan Janneke en mij schreef.  Amper twee maanden later stierf ze, 66 jaar oud. Deze brieven houden haar een beetje in leven.