Vannacht droomde ik over een jeugdliefde. Ze was een van de eerste meisjes van wie ik dacht te houden en ik had gedroomd over de snikhete zomerdag waarop ze me voor het eerste zoende op een grasveld. Daarna stond ze op en liep ze weg. Na een kwartier zelfverwijt en tongevaluatie kwam ze glimlachend terug met een doosje dubbellikkers. Ik onthoud mijn dromen zelden, maar deze stond me helder voor de geest toen ik het bed uit dreef – uit voorzorg had ik een ventilator naast mijn hoofd gezet, de gordijnen strak dicht en zo min mogelijk om mijn lijf, maar het hielp niet.
Het bleek elf uur te zijn – ik schrok er zelf van. Ik had me voorgenomen om op tijd op te staan en boodschappen te doen voordat de verzengende hitte me zou overmeesteren. Ik had zelfs een wekker gezet op mijn telefoon, maar die had ik voordat ik naar bed ging in de woonkamer gelegd. De katten keken me aan met een norsheid die ik alleen kon verklaren met de wekker die door niemand was afgezet.
Na een wandeling van een kwartier kwam ik bij de supermarkt in de Westerstraat – ik vroeg me de hele weg af hoe het met de jeugdliefde zou zijn, wat ze nu zou doen en of ze ook nog wel eens over mij droomt. Ik denk van niet, maar dat geeft niet. Toen ik de supermarkt in liep, wist precies wat ik kwam halen: een doos raketjes. Een bevriende illustrator vertelde me eens dat je zo veel raketjes kunt eten als je wilt omdat ze amper calorieën bevatten, dus had ik me al verheugd op een dag van zitten, zweten en aan raketjes likken – ze waren uitverkocht en zelfs toen ik een trage medewerker aanschoot met de wanhopige vraag of er nog een doosje achter lag, was het antwoord stellig ‘nee’.
Een paar minuten later stond ik buiten met het alternatief in mijn hand: een doosje dubbellikkers. Toen ik weer in de woonkamer van het oppashuis stond, besloot ik door de nog steeds stijgende hitte de korte broek eindelijk te verblijden met twee benen en klom naar het riante dakterras. Er was geen gras, maar er was een stad, er was geen meisje, maar er waren twee lieve katten en de dubbellikker was helemaal voor mij alleen.
Reactie plaatsen
Reacties