Twee weken lang hield ik een blog bij. Na een tip van een bevriende schrijver, tegen wie ik had zitten klagen over mijn schrijfmoeite, viel ik mezelf en anderen dagelijks lastig met deze stukjes - het heeft gewerkt, want na maanden schreef ik weer een fatsoenlijk gedicht. Een jongen uit Amersfoort die in de Grote Stad wat meemaakt en het dan opschrijft. Dat was deze blog, en per dag kreeg ik meer plezier in het schrijven. Dat mensen me de afgelopen twee weken vertelden dat ze de stukjes erg graag lazen, deed me goed, al had ik nooit echt op een lezer gerekend, behalve mijn moeder, die altijd alles leest. Gelukkig heb ik de grootste excessen en de meest beschamende situaties achterwege gelaten.
Nu trekt de poëzie. Moeten er gedichten af. Ik ben niet dood, er is nog internet en ik heb nog steeds hoofdstadgedachten, geen zorg. Ik schrijf ze alleen niet meer op. Niet meer hier, in ieder geval. Nog een week in Amsterdam - een week om me een stukje van de stad te voelen, zoals ik eerder schreef. Daarna kom ik terug met meer gedichten dan ik meenam, een blog en een lijf vol heimwee, dezelfde heimwee die ik had naar Amersfoort, maar dan naar Amsterdam. En ik leefde nog voor onbepaalde tijd en niet per se ongelukkig.
Reactie plaatsen
Reacties